Iedereen wordt geacht de wet te kennen. Dat houdt in dat de wet- en regelgeving voor iedereen kenbaar moeten zijn. Zo weten de burgers wat ze mogen of zelfs moeten doen, en kunnen ze hun gedrag, acties en verwachtingen aanpassen. De overheid speelt een cruciale rol in de verspreiding van informatie en de bekendmaking van de geldende wettelijke bepalingen. De publicatie van bepaalde besluiten van de provinciegouverneur is daar een voorbeeld van.
Maar wetten en beleid moeten ook voldoende draagvlak vinden. Enerzijds vereist de instemming van burgers met genomen beslissingen transparantie. Anderzijds wordt die instemming gemakkelijker verkregen door burgers inspraak te geven. Door bijvoorbeeld bezwaar in te dienen, kunnen burgers aangeven dat ze het met een beslissing oneens zijn en vragen om een herziening. Participatie in het besluitvormingsproces, met inbegrip van de voorafgaande raadpleging, is een ander middel om burgers bij beslissingen te betrekken. Maar om te kunnen deelnemen, moeten zij geïnformeerd zijn.
Het is dus belangrijk dat de burgers vlot toegang krijgen tot die informatie. De overheid moet hierbij niet alleen duidelijke en begrijpelijke taal gebruiken, maar ook de juiste taal hanteren.
In mei 2023 contacteerde een Franstalige inwoner van een randgemeente de adjunct van de gouverneur naar aanleiding van het openbaar onderzoek dat door de gemeente was georganiseerd in het kader van een omgevingsvergunning. De stukken uit het dossier die tijdens het openbaar onderzoek ter inzage lagen in het gemeentehuis waren immers alleen in het Nederlands raadpleegbaar. De klager wou weten of hij een Franstalige versie van die documenten kon vragen.
Op basis van artikel 23 van de Taalwet bestuurszaken gebruiken de gemeentelijke diensten van een randgemeente het Nederlands voor de behandeling van hun dossiers. Er moet echter een onderscheid gemaakt worden tussen de taal waarin de gemeentelijke diensten een dossier moeten behandelen en de taal waarin sommige documenten uit dat dossier beschikbaar moeten zijn tijdens het openbaar onderzoek. In dat laatste geval krijgen die interne documenten immers de kwalificatie ‘berichten en mededelingen aan het publiek’ en moeten geïnteresseerde inwoners ze op basis van artikel 24 van de wet in het Nederlands en het Frans kunnen raadplegen.
Aangezien het om vrij omvangrijke documenten en verslagen kan gaan, is de Vaste Commissie voor Taaltoezicht van oordeel dat niet alle documenten in het dossier moeten worden vertaald. Essentiële documenten die noodzakelijk zijn voor de besluitvorming moeten in beide talen raadpleegbaar zijn. Andere documenten hoeven niet noodzakelijk vertaald te worden, maar een samenvatting in de andere taal kan worden toegevoegd. Verder moeten geïnteresseerde inwoners alle informatie of uitleg in hun taal kunnen krijgen, wanneer ze zich op het gemeentehuis komen informeren over het project.
De bevoegde ambtenaar bevestigde aan de adjunct van de gouverneur dat er inderdaad geen documenten beschikbaar waren voor raadpleging in het Frans. Hij verzekerde haar dat de contacten met de inwoners die het dossier tijdens de inzageperiode wilden raadplegen, in het Nederlands of het Frans waren verlopen, al naargelang hun keuze. Die aanpak zou geen aanleiding hebben gegeven tot vragen of bezwaren vanwege geïnteresseerde inwoners tijdens de consultatieperiode, en het probleem zou evenmin aan bod zijn gekomen in de ingediende bezwaren.
Op het ogenblik dat de inwoner de adjunct van de gouverneur contacteerde, was het luik ‘openbaar onderzoek’ afgerond. Zij verstrekte hem dan ook algemene informatie over de geldende regels, de volgende fasen in het dossier en de beroepsmogelijkheden.
Op vraag van de omgevingscoördinator van de gemeente verduidelijkte de adjunct van de gouverneur de taalvoorschriften die gelden bij de organisatie van een openbaar onderzoek. De ambtenaar had immers naar een eerdere overlegvergadering verwezen om de gevolgde aanpak te verantwoorden.
Op een overlegvergadering van 17 augustus 2017 met stedenbouwkundige ambtenaren van de randgemeenten, hadden verschillenden onder hen namelijk aangegeven dat het vertalen van omvangrijke en vrij technische documenten toch wel problematisch was, gezien o.a. de korte en strikte termijnen die moeten worden nageleefd in die dossiers. Daarom vingen zij vragen naar (integrale) vertalingen doorgaans pragmatisch op door een individuele dienstverlening in het Frans. Die aanpak was volgens de aanwezige stedenbouwkundige ambtenaren verkiesbaar voor de meeste inwoners, aangezien dezen niet noodzakelijk vertrouwd zijn met de regelgeving, het specifieke jargon in rapporten en adviezen, het interpreteren van grafische plannen e.d. De stedenbouwkundige ambtenaren verzekerden de dienst van de adjunct van de gouverneur dat er zich zelden problemen voordeden, aangezien bouw- of verbouwingsplannen die ingediend worden door een burger meestal welwillend onthaald worden door de omwonenden, en doorgaans ook geen openbaar onderzoek behoeven. Volgens hen stelde het probleem zich wel scherper voor grote en complexere dossiers, uitgaande van bedrijven of overheidsinstanties. Een integrale vertaling van volledige dossiers of omvangrijke rapporten was volgens de deelnemers aan het overleg ook dan moeilijk haalbaar.
Voor die dossiers had een van de deelnemers de volgende aanpak voorgesteld:
Dat voorstel werd toen positief onthaald door de aanwezige stedenbouwkundige ambtenaren.
Rekening houdend met de geschetste context kon de adjunct van de gouverneur zich toen vinden in die aanpak. Die mocht echter er niet toe leiden dat geen enkel document in het Frans raadpleegbaar zou zijn tijdens het openbaar onderzoek.
Tijdens het openbaar onderzoek voor het project dat in 2023 werd georganiseerd, was er echter geen enkel document in het Frans beschikbaar voor de inwoners die alleen een mondelinge verduidelijking in het Frans kregen, op voorwaarde dat zij dat vroegen. Die situatie leek de adjunct van de gouverneur niet alleen problematisch voor de geïnteresseerde burger, maar ook voor het bestuur zelf. Een beroep bij de Raad van State op basis van de niet-naleving van de taalwetgeving bij de organisatie van een openbaar onderzoek kan de uitvoering van het project immers ernstig vertragen.
Volgens de inwoner bemoeilijkte het totale gebrek aan Franstalige documenten een normale kennisname van het dossier en kon dat niet voldoende worden opgevangen door de mondelinge dienstverlening.
Volgens de gemeenteambtenaar stond een aanpak gebaseerd op een mondelinge toelichting bij complexe documenten vol technisch jargon dan weer op gespannen voet met de (elementaire) kennis van het Frans die verwacht mag worden voor functies met omgang met het publiek.
De adjunct van de gouverneur was van mening dat de totale afwezigheid van Franstalige documenten inderdaad problematisch was: het is verre van vanzelfsprekend om op basis van een eenvoudige mondelinge toelichting te beoordelen of men al dan niet hinder zal ondervinden van een project, en nog minder om een gefundeerd bezwaarschrift in te dienen.
Los van het taalaspect, reikt een synthesenota de meeste burgers wellicht betere handvatten aan voor een eerste inschatting van de impact van het project. Het laat hen ook toe om tijdens de inzage van het dossier, of nadien via e-mail zoals aan de klager werd voorgesteld, gerichter vragen te stellen.
Een inzagedossier met louter Nederlandstalige stukken spoort echter niet met de taalwetgeving.
Welke documenten essentieel zijn, moet voor elk dossier afzonderlijk worden afgewogen. De gemeente heeft hier enige beoordelingsvrijheid om geval per geval te bepalen:
De aanvraag zelf, die een eerste duiding geeft van het doel en de aard van het project, moet volgens de adjunct van de gouverneur alvast als een essentieel onderdeel worden beschouwd. Voor bijgevoegde grafische plannen zou een mondelinge toelichting kunnen volstaan.
Het integraal vertalen van uitgebreide technische documenten is uiteraard een uitdaging voor de gemeentelijke diensten, gezien de korte termijnen die moeten worden nageleefd. Voor projecten die uitgaan van het bestuur zelf, zoals hier het geval was, kan dit alvast tijdig worden opgevangen.
Maar ook het maken van een synthesenota vergt inzet en tijd. Het is nu eenmaal zo dat de faciliteitenregeling waarop de inwoners een beroep kunnen doen, extra inspanning meebrengt voor de besturen. De pragmatische aanpak die tijdens de overlegvergadering van 17 augustus 2017 werd voorgesteld, kan wel nog altijd een oplossing bieden voor de vertaalproblematiek, gezien de strikte termijnen in de regelgeving van de omgevingsvergunning. Het blijft wel de vraag in hoeverre de aanpak waarbij een Franstalige synthesenota van bepaalde documenten aangevuld met een (goed voorbereide) mondelinge toelichting tijdens de raadpleging van het dossier in het gemeentehuis, de rechterlijke toetsing zal doorstaan.
Het is dus belangrijk dat de gemeente zorgvuldig afweegt welke documenten vertaald worden, aangezien dit een essentieel is voor een correcte toepassing van de Taalwet bestuurszaken.
Ook de algemeen directeur van de randgemeente in kwestie vroeg of er ter zake nieuwe formele adviezen bestonden.
Volledigheidshalve gaf de adjunct van de gouverneur aan de gemeente het volgende overzicht van de taalregels die moeten worden toegepast volgens de verschillende fases in een dossier:
Een inwoner van een randgemeente kan, op basis van artikel 25 van de Taalwet bestuurszaken, een aanvraag indienen in het Nederlands of in het Frans.
De gemeente daarentegen heeft in dezen geen keuze: zij moet het Nederlands gebruiken voor de aanvraag van een gemeentelijk project. Ook een niet-inwoner moet zijn aanvraag indienen in het Nederlands.
De behandeling van het dossier verloopt, volgens artikel 23 van de wet, in het Nederlands, de taal van de binnendiensten. In het dossier voor de bespreking in de gemeenteraad of het college moeten de documenten die door de aanvrager in het Frans werden ingediend, in het Nederlands voorkomen.
De documenten die ter inzage van het publiek worden gelegd, moeten op basis van artikel 24 van de wet in het Nederlands en het Frans raadpleegbaar zijn. Dit betekent niet noodzakelijk dat alle documenten uit het dossier moeten worden vertaald. Een Franstalige synthesenota van bepaalde documenten kan, mits een mondelinge toelichting. Een inzagedossier dat alleen Nederlandstalige stukken bevat, voldoet echter niet.
De inwoners kunnen kiezen of ze hun bezwaar in het Nederlands dan wel in het Frans bij de gemeente indienen. Ook hier geldt dat bezwaren van niet-inwoners in het Nederlands moeten worden ingediend; zij kunnen immers geen beroep doen op de faciliteitenregeling.
De beslissing wordt door de gemeentelijke overheid sowieso in het Nederlands genomen op basis van artikel 23 van de wet. De vergunning wordt aan de aanvrager die in de gemeente woont, uitgereikt in het Nederlands of het Frans, naargelang diens wens (art. 26 SWT). Indien de aanvrager gedomicilieerd is in een andere gemeente, wordt de vergunning uitgereikt in het Nederlands.
De aanplakking van de beslissing moet ten slotte gebeuren in het Nederlands en het Frans, met voorrang voor het Nederlands (art. 24 SWT).
In juni 2023 vroeg de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Vlaams-Brabant of overleg mogelijk was over de bekendmaking van een openbaar onderzoek. Voor een van hun projecten waren door de geografische inplanting van de percelen immers vragen gerezen binnen hun dienst over de correcte toepassing van de taalwetgeving.
Gezien het belang van de samenwerking tussen openbare diensten, ging de adjunct van de gouverneur in op die vraag, hoewel het project niet gelokaliseerd was in een randgemeente en bepaalde aspecten niet binnen de materie ‘gebruik van de talen’ vielen, maar deel uitmaakten van de reglementering van de omgevingsvergunning.
De taalregels die een taalhomogene gemeente gelegen in Vlaams-Brabant moet toepassen, zijn vrij eenvoudig: de gemeentelijke overheden gebruiken het Nederlands voor de behandeling van het dossier, de taal van de beslissing, de vergunning en de berichten en mededelingen aan het publiek. De gele affiches met de bekendmaking van de aanvraag of het openbaar onderzoek worden bijgevolg op basis van artikel 11, § 1 van de wet in het Nederlands opgemaakt.
Er moet ook rekening worden gehouden met voorschriften betreffende het uithangen van die bekendmakingen zoals vastgelegd in de regeling van de omgevingsvergunning.
Op basis van het uitvoeringsbesluit ‘omgevingsvergunning’ van 27 november 2015, moet de beslissing tot de opstart van het openbaar onderzoek en de eindbeslissing (gele affiches) goed zichtbaar en leesbaar (vanaf de openbare weg) worden uitgehangen. Dat gebeurt in de meeste gevallen op de grens tussen de openbare weg en het terrein. Als het terrein niet paalt aan een openbare weg, worden de affiches aangebracht op een plaats aan de dichtstbijzijnde openbare weg. Doorgaans gebeurt dit dan aan de toegang tot het terrein.
In dit geval zorgde de specifieke geografische ligging van de percelen waarvoor de omgevingsvergunning werd ingediend, voor hoofdbrekens. De percelen maakten immers deel uit van een industrieterrein deels gelegen in een Vlaams-Brabantse en deels in een Waals-Brabantse gemeente. De enige toegangsweg tot het bedrijventerrein bevond zich bovendien in de Waals-Brabantse gemeente. Om te voldoen aan de voorwaarden op het vlak van bekendmaking volgens de regeling inzake de omgevingsvergunning, zag de betrokken dienst niet onmiddellijk een andere mogelijkheid dan de gele affiche, die in het Nederlands was gesteld, uit te hangen ter hoogte van de toegangsweg gelegen in het Waals Gewest. Binnen de dienst was men echter niet zeker of die benadering wel spoorde met de taalwetgeving.
De adjunct van de gouverneur bevestigde dat die werkwijze inderdaad niet verenigbaar was met artikel 11 van de wet.
Dat artikel 11 is van toepassing op berichten en mededelingen aan het publiek die uitgaan van taalhomogene gemeenten in het Nederlandse en Franse taalgebied. In beide gevallen moet de taal van het gebied worden gebruikt, m.a.w. de berichten die uitgaan van een gemeente uit het Nederlandse taalgebied worden in het Nederlands gesteld en uitgehangen, en berichten uitgaande van een gemeente in het Franse taalgebied in het Frans.
Met dit basisprincipe als vertrekpunt, kwamen de volgende opties tijdens het overleg aan bod:
Hoewel de Vlaams-Brabantse gemeente volgens artikel 11 van de wet de gele affiches in het Nederlands moet aanbrengen, leken Nederlandstalige affiches aan de toegangsweg naar de site op het deel van de openbare weg dat in het Waals Gewest gelegen is, de adjunct van de gouverneur problematisch.
Ze verwees naar het standpunt van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Deze is van mening dat overheidsdiensten, wanneer ze optreden buiten hun ambtsgebied én in een ander taalgebied, het gebruik van de talen in dat gebied moeten respecteren. Het standpunt van de Commissie zou het mogelijk maken een Franse versie van de aankondiging op te hangen op de toegangsweg naar de site. De adviezen van de Commissie hebben een groot moreel gezag, maar zijn niet afdwingbaar.
Wanneer een Franstalige versie aangebracht wordt aan de toegangsweg tot de site op het grondgebied van de Waals-Brabantse gemeente, stelt er zich geen probleem voor het gebruik van de talen in berichten en mededelingen aan het publiek die worden aangebracht in een gemeente die behoort tot het Franse taalgebied.
De uitvoering in het Waals Gewest van het voorschrift dat gemeenten die behoren tot het Nederlandse taalgebied alleen het Nederlands mogen gebruiken en hun berichten en mededelingen aan het publiek alleen in het Nederlands publiceren, doet dat wel. Ook hier kan worden verwezen naar het standpunt van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht m.b.t. het optreden van de overheidsdiensten buiten hun ambtsgebied en bovenal buiten hun taalgebied. De omwonenden en andere belanghebbenden die in de aangrenzende gemeenten in het ander taalgebied wonen mogen zo dan wel correct geïnformeerd worden, ook de informatieplicht ten overstaande van de inwoners van de Vlaams-Brabantse gemeente moet worden nagekomen. Daardoor rest de vraag waar de originele affiche in het Nederlands dan moet worden uitgehangen.
Indien de Nederlandstalige gele affiche wordt geplaatst aan de openbare weg, maar op het grondgebied van de Vlaams-Brabantse gemeente, juist voor de grens tussen beide gemeenten, stelt dat weinig problemen vanuit de invalshoek van de taalwetgeving.
De POM Vlaams-Brabant was wel bezorgd over de effectiviteit van de bekendmaking. Door de grote afstand met de betrokken percelen zou het voor het publiek wellicht moeilijk zijn om in te schatten op welke percelen de affiche betrekking had. Bovendien zou er op die locatie bitter weinig passage zijn. De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft al verduidelijkt dat, gelet op de relatief korte termijn voor derden om beroep in te stellen, een regelmatige, zichtbare en leesbare aanplakking van essentieel belang is om de rechten van die derden te vrijwaren. Zo wordt een affiche in het midden van een weiland niet beschouwd als een correcte aanplakking. Of men op die manier tegemoet zou komen aan de vereiste ‘op een plaats aan de dichtstbijzijnde openbare weg’ in het uitvoeringsbesluit omgevingsvergunning was een ander aandachtspunt. Die aspecten raken echter niet aan het toepassingsgebied van de taalwetgeving, zodat de adjunct van de gouverneur zich er niet over wenste uit te spreken.
Die aanpak stelde volgens de adjunct van de gouverneur evenmin probleem wat betreft de toepassing van de Taalwet bestuurszaken. Wat betreft de vereiste ‘dichtstbijzijnde openbare weg’ volgens de regelgeving van de omgevingsvergunning, moest ook die optie wel nog afgetoetst worden bij de bevoegde overheden.
Op het vlak van effectieve kennisgeving zou de locatie aan de toegangsweg tot de site meer aangewezen zijn, o.a. door de aanwezigheid van een bushalte die door de inwoners van beide gemeenten wordt gebruikt.
Het aanbrengen van de Nederlandstalige gele affiche op die plek zou, hoewel niet conform met de taalwetgeving, eventueel kunnen worden ondersteund door de vrij uitzonderlijke situatie: de geografische ligging van de site in 2 taalgebieden, en de ontsluiting van de site, waardoor toegang alleen mogelijk is via het Waals Gewest. Het viel uiteraard moeilijk te voorspellen welke argumenten het zwaarst zouden doorwegen bij het rechtscollege dat zich hierover eventueel zou moeten uitspreken.
Het aanbrengen van de Franse vertaling zou dan weer conform zijn met de standpunten van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en de taalregels voor de berichten en mededelingen die gelden in een Waalse gemeente.
De adjunct van de gouverneur achtte het ook aangewezen om bij de gemeente na te vragen welke aanpak er dienaangaande gevolgd werd in vorige dossiers.
In februari 2023 kwam er een vraag over de aankondigingsmodaliteiten van het openbaar onderzoek in het kader van het goedkeuringsproces van het regionaal mobiliteitsplan (RMP) van de Vervoerregio Vlaamse Rand. De werkkring van die vervoerregio omvat ook faciliteitengemeenten, nl. de zes randgemeenten en de taalgrensgemeente Bever. De adjunct van de gouverneur is uiteraard alleen bevoegd voor de randgemeenten.
De aankondiging van het openbaar onderzoek en de documenten die het publiek kan inkijken in het kader van dat onderzoek zijn berichten en mededelingen aan het publiek.
De publicatie van de aankondiging in het Belgisch Staatsblad en in de pers zou centraal worden verzorgd door de communicatiediensten van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid; de publicatie op de gemeentelijke website en in de infobladen van de gemeenten zou gebeuren door de gemeenten.
De organisatie van het openbaar onderzoek zou berusten bij de gemeenten.
Er moest dus rekening worden gehouden met:
Volgens de Vaste Commissie voor Taaltoezicht mogen de bijzondere regelingen in die gemeenten er niet toe leiden dat de taal van het gebied, het Nederlands, de voorrang zou verliezen, en dat beide talen in alle opzichten worden gelijkgesteld.
De adjunct van de gouverneur gaf de volgende toelichting:
Het publiek van de randgemeenten moet in het Nederlands en in het Frans geïnformeerd worden over de inspraakmogelijkheden en de algemene strekking van het project. Algemeen wordt aanvaard dat de voorrang aan de taal van het gebied kan worden gerealiseerd door de Nederlandse tekst vooraf te laten gaan aan de Franse, hetzij van links naar rechts, hetzij van boven naar onder.
Twee werkwijzen kunnen worden gevolgd:
Het decreet Basisbereikbaarheid stipuleert dat het bericht wordt gepubliceerd in minstens 3 dagbladen die in de vervoerregio worden verspreid. De vervoerregio vroeg of de aankondiging daardoor eveneens in minstens 3 Franstalige dagbladen moest worden gepubliceerd.
In 2019 had de adjunct van de gouverneur al een vergelijkbare vraag gekregen m.b.t. de publicatie in de pers van de aankondiging van het openbaar onderzoek van het beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant. Zij was destijds van mening dat – rekening houdend met de afwezigheid van een regionaal (tweetalig) dagblad met een verspreidingsnorm toegespitst op de randgemeenten – de publicatie louter in het Nederlands in de gewone pers (d.w.z. met een verspreidingsradius die de provincie Vlaams-Brabant omvat), en in het Nederlands en het Frans in de gemeentelijke infobladen van de randgemeenten, de Franstalige inwoners van die gemeenten voldoende kon informeren.
Omdat in het huidige dossier andere taalvoorschriften golden, behoefde dat standpunt wel enige nuancering. Bovendien werden de mobiliteitsdiensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en vervoeraanbieders zoals de MIVB en TEC in de strategische nota van de vervoerregio Vlaams-Brabant vermeld als adviserende leden. Bepaalde maatregelen vastgelegd in het RMP konden dus gewestoverschrijdende effecten hebben met een impact op inwoners van gemeenten uit andere taalgebieden.
Daarom leek het de adjunct van de gouverneur raadzaam om de aankondiging van het openbaar onderzoek m.b.t. het RMP in het Frans niet te beperken tot de gemeentelijke websites en infobladen van de betrokken faciliteitengemeenten, maar ze ook in Franstalige dagbladen te plaatsen en zo iedere betwisting over het RMP bij voorbaat uit te sluiten. Een aankondiging in minstens drie Franstalige dagbladen leek haar evenwel niet noodzakelijk.
De gemeenten staan in voor de aankondiging op hun gemeentelijke website en in het gemeentelijk infoblad. In de randgemeenten moet dit in het Nederlands en in het Frans, met voorrang voor het Nederlands.
Tijdens het openbaar onderzoek zijn de documenten raadpleegbaar in het gemeentehuis van de gemeenten die het organiseren. Uit de adviezenrechtspraak van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht blijkt dat alle teksten die onontbeerlijk zijn om enerzijds het opzet van het project te begrijpen, en anderzijds op een volwaardige manier te kunnen deelnemen aan de inspraakprocedure, in de randgemeenten ook in het Frans raadpleegbaar moeten zijn. Voor de teksten die als bindtekst worden gebruikt en de aangekaarte problematiek in het algemeen omschrijven, volstaat voor de inwoners van die gemeenten een samenvatting in het Frans.
De Raad van State heeft al geoordeeld dat bepaalde omvangrijke documenten, bijv. effectenrapporten, niet alleen bedoeld zijn ter voorlichting van de vergunningverlenende overheid, maar ook ter beschikking moeten zijn van iedere belanghebbende die bezwaar zou hebben tegen het project. Beperkte samenvattingen van die documenten laten niet altijd toe om het recht op inspraak met kennis van zaken uit te oefenen.
Welke documenten uit het dossier als essentieel moesten worden beschouwd, was volgens de adjunct van de gouverneur een afweging die de vervoerregioraad op basis van het concrete dossier moest maken. Een goed aanknopingspunt daartoe zou gevonden kunnen worden in de regelgeving zelf.
Verder is het belangrijk dat de inwoners van de randgemeenten voldoende geïnformeerd worden over de algemene strekking van het RMP en (minstens) over de aspecten die specifiek hun gemeenten betreffen. Volgens de adjunct van de gouverneur was het dan ook aanvaardbaar dat bepaalde onderdelen van het RMP waarvan de impact zich beperkte tot andere gemeenten uit de vervoerregio niet vertaald werden.
Het kenbaarheidsbeginsel houdt in dat een regel door elke mogelijke belanghebbende moet kunnen worden gekend. De vereiste van de kenbaarheid geldt ook voor de besluiten die de provinciegouverneur kan uitvaardigen in het kader van de noodplanning, om de veiligheid en de volksgezondheid te beschermen. Voorbeelden zijn een onttrekkingsverbod van water of een rook- en vuurverbod in periodes van droogte en waterschaarste.
Die besluiten worden niet alleen op de webstek van de gouverneur of van de provincie gepubliceerd, maar ook bekendgemaakt via de webapplicatie van de betrokken gemeenten. In de loop van 2022 werd aan de adjunct van de gouverneur gevraagd om enkele aspecten te verduidelijken m.b.t. de taalvoorschriften die moeten worden gevolgd voor de publicatie van die besluiten.
Ze verstrekte de volgende verduidelijkingen:
Bij de publicatie van die besluiten moet artikel 34, § 1 van de Taalwet bestuurszaken worden nageleefd. Daarbij moet er rekening mee gehouden worden dat het werkgebied van de provincie Vlaams-Brabant faciliteitengemeenten omvat. Artikel 34, § 1 maakt voor het gebruik van de talen een onderscheid naargelang de wijze waarop de overheid de informatie aanbiedt.
Wanneer de besluiten van de gouverneur van Vlaams-Brabant op de eigen webstek worden gepubliceerd of uitgehangen in het Provinciehuis moet de regeling voor de rechtstreekse berichten worden toegepast. Rechtstreekse berichten en mededelingen worden volgens artikel 34, § 1, derde lid in het Nederlands bekendgemaakt, aangezien de diensten van de gouverneur gevestigd zijn in de taalhomogene gemeente Leuven.
Wanneer de besluiten van de gouverneur op een gemeentelijke website moeten worden gepubliceerd, geldt de regeling voor de berichten en mededelingen die aan het publiek worden verstrekt door bemiddeling van de plaatselijke diensten. In de randgemeenten moeten de berichten en mededelingen aan het publiek volgens artikel 24 van de wet in het Nederlands en het Frans worden gepubliceerd.
Volgens de Vaste Commissie voor Taaltoezicht houden de woorden ‘in het Nederlands en in het Frans’ in dat beide taalversies integraal en gelijktijdig worden gepubliceerd, uiteraard met voorrang aan het Nederlands.
De vraagsteller wees erop dat de voorwaarde van gelijktijdigheid een probleem kan zijn, gezien de uiterst krappe termijnen waarmee de betrokken diensten soms worden geconfronteerd. Captatiebesluiten worden bijvoorbeeld op zeer korte termijn uitgevaardigd en moeten vrijwel onmiddellijk worden uitgevoerd.
De publicatie van de vertaling na de publicatie van het besluit in het Nederlands is echter niet in overeenstemming met het standpunt van de Commissie.
Men vroeg ook of de datum van ondertekening van de vertaling (doorgaans een dag later) probleem stelde. Gezien de uur-min-sec-vermelding kon de voorwaarde van gelijktijdigheid bij een digitale ondertekening volgens de vraagsteller moeilijk worden nageleefd.
Volgens de adjunct van de gouverneur schept dat weinig problemen: de gelijktijdigheidsvereiste betreft immers de publicatie van beide versies. Er moet voor gezorgd worden dat de randgemeenten beide versies gelijktijdig op hun website kunnen publiceren.
Een ander aspect waarover onduidelijkheid bestond, was of de (digitale) ondertekening van de vertaling door de gouverneur noodzakelijk is.
Het Nederlandstalige besluit is uiteraard het originele, rechtsgeldige document. De Taalwet bestuurszaken brengt mee dat er een Franse vertaling moet worden gemaakt ten behoeve van het publiek van de gemeenten met een speciaal taalstatuut. Uit een (digitale) handtekening op de vertaling zou eventueel kunnen worden afgeleid dat de Franse versie meer is dan een vertaling van het oorspronkelijke besluit.
Rekening houdend met de bezorgdheden die daarover werden geuit, kon men volgens de adjunct van de gouverneur opteren voor de aanpak die gewoonlijk wordt gevolgd wanneer vertalingen worden verstrekt in het kader van artikel 13 van de Taalwet bestuurszaken. Het zou dan volstaan om de digitale handtekening als volgt weer te geven:
In de Nederlandstalige tekst : | In de vertaling : |
Leuven, (datum van de ondertekening van het origineel besluit) De gouverneur Naam van de gouverneur + handtekening | Louvain, le (datum van de ondertekening van het origineel besluit) Le gouverneur (Signé) Naam van de gouverneur Pour traduction conforme à l’original, rédigé en langue néerlandaise 1 |
Een stempel kan worden aangebracht om de burger voldoende zekerheid te geven m.b.t. de Franse vertaling.
Voetnoot
1 Voor eensluidend verklaarde vertaling van het origineel, opgesteld in het Nederlands.
Er werd ook gevraagd in hoeverre een vertaling moet worden verstrekt, wanneer het besluit van toepassing is in gemeenten met een verschillend taalstatuut.
Wanneer het besluit taalhomogene gemeenten én faciliteitengemeenten betreft, moet het alleen in het Nederlands én het Frans worden gepubliceerd op de gemeentelijke website van de betrokken gemeenten met een speciaal taalstatuut.
Het besluit moet worden vertaald, ook al gaat het maar om één faciliteitengemeente.
Wat de Franse benaming van gemeentenamen betreft, verduidelijkte de adjunct van de gouverneur dat die enkel mag worden gebruikt voor de gemeenten die met een Franse naam worden opgesomd in het koninklijk besluit van 24 juni 1988 tot vaststelling van de schrijfwijze van de gemeentenamen dat werd genomen ter uitvoering van de wet van 30 december 1975.
Slechts een van de zes randgemeenten kreeg een officiële Franse naam, nl. Sint-Genesius-Rode (Rhode-Saint-Genèse). Hoewel veel Franstaligen naar de randgemeente Kraainem verwijzen met ‘Crainhem’, is dit geen officiële benaming die kan worden gebruikt in de besluiten en briefwisseling van de gouverneur.