Opdracht

Activiteitenverslag 2016-2019

Terug naar het overzicht

Artikel 65bis van het koninklijk besluit van 18 juli 1966,1 dat de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken coördineert, bepaalt de bevoegdheden van de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant. Dit artikel werd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 ingevoegd. Dit hoofdstuk is bestemd voor de lezer die hierover meer informatie zoekt. Aangezien er ter zake geen enkele wijziging werd doorgevoerd tijdens de periode 2016-2019, wordt in dit deel de tekst uit het vorige activiteitenverslag (2014-2015) hernomen.

De adjunct van de gouverneur waakt over de naleving van de taalwetgeving in bestuurszaken en in het onderwijs in de randgemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem. Een eerste aspect van het takenpakket is dus een controleopdracht: de adjunct van de gouverneur oefent immers het specifiek administratief toezicht uit ten aanzien van de gemeentelijke overheden in die gemeenten. Daartoe legt de Taalwet bestuurszaken aan de burgemeesters van deze gemeenten op om binnen acht dagen afschriften te sturen van de besluiten der gemeenteoverheden die rechtstreeks of onrechtstreeks de toepassing van de taalwetgeving betreffen. De adjunct van de gouverneur kan beslissingen die niet in overeenstemming zijn met de Taalwet bestuurszaken schorsen. Hierdoor kan de beslissing in kwestie gedurende 40 dagen geen uitvoering krijgen.

Ditzelfde wetsartikel biedt verder ook de wettelijke basis voor het tweede luik van de opdracht. De wet belast de adjunct van de gouverneur met het onderzoek van klachten tegen de niet-naleving van de taalwetgeving in bestuurszaken die door een natuurlijke of rechtspersoon worden ingediend, en die lokaliseerbaar zijn in een der randgemeenten. Hierbij kan, indien nodig, een bemiddelingsopdracht worden opgestart om de standpunten van klager en betrokken overheid met elkaar te verzoenen.

Een laatste aspect wordt niet expliciet door de wet geregeld, maar is eigenlijk inherent verbonden aan de opdracht. De dienst van de adjunct van de gouverneur wordt regelmatig gecontacteerd door allerhande instellingen en overheidsdiensten voor advies. Veelal ligt een tweevoudige bekommernis aan de basis van een dergelijke vraag: enerzijds moeten de overheidsdiensten de taalwetgeving, die van openbare orde is, eerbiedigen. Anderzijds trachten zij meer en meer tegemoet te komen aan de verwachtingen van de burgers, zodat een grotere toegankelijkheid (transparantie) en klantvriendelijkheid belangrijke doelstellingen zijn. Deze laatste criteria worden in toenemende mate gehanteerd als maatstaf voor de efficiëntie van de diensten. De overheid evolueert aldus naar een open overheid die met de burgers communiceert of hun informatie verstrekt. Hierbij wordt uiteraard gebruik gemaakt van de hedendaagse communicatietechnieken. De praktische toepassing van deze nieuwe technieken kan - geconfronteerd met de voorschriften van de Taalwet bestuurszaken - leiden tot diverse juridische vraagstellingen over de toepassing van die wetgeving.

Voetnoot

1 KB van 18 juli 1966 betreffende de coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, BS 2 augustus 1966, hierna Taalwet bestuurszaken of SWT.