De laatste jaren werden er in toenemende mate taken toevertrouwd aan de gemeenten. Die tendens naar meer lokale autonomie bracht een bezorgdheid mee over de bestuurskracht en financiële draagkracht van de lokale besturen. In combinatie met de voortdurend evoluerende technologie en complexere maatschappelijke uitdagingen blijken de lokale bestuurlijke organisatie en beleidskracht vaak ontoereikend om bijkomende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op te nemen.1 Daardoor ontstaat het risico dat de lokale besturen niet langer het hoofd kunnen bieden aan alle situaties en niet meer kunnen voldoen aan de verwachtingen en behoeften van hun inwoners.
Lokale besturen hebben niet alleen baat bij onderlinge samenwerking, maar ook bij ondersteuning vanuit de hogere overheden, o.a. door de aanbieding van methodieken en instrumenten zoals digitale loketten of platformen, of van ondersteunende acties en samenwerkingsprojecten. Ook samenwerking met private actoren kan een oplossing zijn.
Bij samenwerking met of inzet van private actoren is de regeling voor het gebruik van de talen duidelijk: het taalstelsel van de overheidsdienst moet worden gevolgd. Wanneer verschillende overheidsdiensten gaan samenwerken, kan het gebruik van de talen vragen oproepen, zeker wanneer die diensten onder een andere taalregeling vallen.
Voetnoot
1 Eindrapport Binnenlands bestuur en Stedenbeleid, Vlaamse Brede Heroverweging, p 4.