Taalgebruik in (stedenbouwkundige) vergunningen

Activiteitenverslag 2014-2015

Terug naar het overzicht

Bouwen, verbouwen, bomen vellen, graven… Je hebt er een stedenbouwkundige vergunning voor nodig. Voor sommige kleine werken wordt een bouwvergunning niet vereist, maar ook dan is het oppassen dat de werken niet strijdig zijn met bv. ruimtelijke uitvoeringsplannen, bijzondere plannen van aanleg… Hoewel de regelgeving rond stedenbouwkundige vergunningen opgenomen is in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), kan de taalwet bestuurszaken niet zomaar terzijde worden geschoven.

Dat blijkt uit een vraag vanwege een faciliteitengemeente in augustus 2015, over de taal/talen waarin een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd door vzw de Rand in de randgemeente moest worden uitgehangen. De vzw in kwestie had de vergunning enkel in het Nederlands uitgehangen en het betrokken gemeentebestuur vroeg of dit niet in strijd was met artikel 24 van de taalwet bestuurszaken dat stelt dat de berichten en mededelingen in de randgemeenten in het Nederlands en het Frans moeten worden uitgehangen.

De uitdrukkelijke beslissing over een vergunningsaanvraag wordt uitgereikt door het gemeentebestuur. Die vergunning moet niet alleen tijdens de hele duur van de werkzaamheden op de werf ter beschikking zijn, maar de bijgeleverde bekendmaking moet eveneens goed zichtbaar worden uitgehangen.

Wanneer een tekst “zonder onderscheid des persoons” en op identieke wijze wordt verspreid door een overheid, wordt hij beschouwd als een bericht of mededeling aan het publiek. Aangezien de uitdrukkelijke beslissing over een vergunningsaanvraag op basis van artikel 4.7.19, § 2 VCRO moet worden geplakt op een goed zichtbare plek om het belanghebbenden/omwoners mogelijk te maken beroep aan te tekenen, lijkt de kwalificatie ‘bericht en mededeling aan het publiek’ aangewezen.

De Codex Ruimtelijke Ordening draagt de aanplakking van de bekendmaking op aan de aanvrager van de vergunning. In dit geval werd de vergunning verstrekt aan een vzw die in opdracht van de Vlaamse overheid het Nederlandstalig karakter in de 19 gemeenten van de Vlaamse Rand ondersteunt met allerhande activiteiten op sociaal-cultureel vlak. Rekening houdend met de specifieke aard van deze vzw is het dan ook belangrijk dat we dieper ingaan op haar hoedanigheid.

Vzw de Rand werd eind 1996 opgericht door de Vlaamse Regering2 en per decreet van 7 mei 2004 omgevormd tot een privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap (EVA). Ondanks het feit dat de algemene vergadering en de raad van beheer grotendeels bestaan uit vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap en van de provincie Vlaams-Brabant, en dat de werking van de vzw voornamelijk gefinancierd wordt via dotaties en subsidies van de Vlaamse overheid, en eveneens ondanks het feit dat de activiteiten van de vzw binnen het beleidsdomein Binnenlands Bestuur vallen, maakt de vzw als extern verzelfstandigd agentschap van privaatrechtelijk recht geen deel uit van de Vlaamse administratie als dusdanig.

Het privaatrechtelijke karakter van een instelling op zich volstaat echter niet om te besluiten dat de taalwet bestuurszaken niet van toepassing is. Vzw de Rand kan duidelijk beschouwd worden als een dienst die belast is met een taak die de grenzen van een privaat bedrijf te buiten gaat en die de wet of openbare machten haar hebben toevertrouwd in het belang van het algemeen. Bijgevolg is artikel 1, §1, 2°3 van de taalwet bestuurszaken van toepassing, behalve voor de organisatie van de diensten, het statuut van de personeelsleden en de door hen verworven rechten.

Voetnoten : 

2 Decreet van 17 december 1996 houdende oprichting van de vzw. “De Rand” voor de ondersteuning van het Nederlandstalige karakter van de Vlaamse rand rond Brussel, BS 18 december 1996.

3 Krachtens dit artikel is de taalwet bestuurszaken toepasselijk op de natuurlijke en rechtspersonen die concessiehouder zijn van een openbare dienst of belast zijn met een taak die de grenzen van een privaat bedrijf te buiten gaat en die de wet of de openbare machten hun hebben toevertrouwd in het belang van het algemeen.

Uit het voorgaande concludeerde de adjunct van de gouverneur dat artikel 24 van de taalwet bestuurszaken van toepassing is, waardoor de stedenbouwkundige vergunning in het Nederlands en het Frans moest worden uitgehangen, met voorrang voor het Nederlands.

Maar stel dat de indiener een gewone particulier of een rechtspersoon was geweest die niet onder de taalwet bestuurszaken valt, moest de stedenbouwkundige vergunning dan ook in het Nederlands en het Frans worden uitgehangen?

Artikel 4.7.19, §2 VCRO bevat dan wel de vereisten i.v.m. de aanplakking van de stedenbouwkundige vergunning, maar het college van burgemeester en schepenen levert al dan niet de vergunning af. De vergunning is dus een administratief document dat uitgaat van een publiekrechtelijk orgaan dat onder de toepassing van de taalwet bestuurszaken valt.

Op basis van artikel 26 van de taalwet bestuurszaken worden de vergunningen die aan particulieren in de randgemeenten worden verstrekt, gesteld in het Nederlands OF het Frans, al naargelang de wens van de betrokkene. Wanneer ze aan het publiek worden bekendgemaakt, moeten deze uitgehangen vergunningen echter gekwalificeerd worden als berichten en mededelingen aan het publiek. Daarom moet de bekendmaking van de aanvraag in de randgemeenten gebeuren in het Nederlands EN het Frans met voorrang voor het Nederlands.

Het feit dat de decreetgever de fysieke handeling van het uithangen van de vergunning aan het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, toevertrouwt aan de aanvrager, doorgaans een particulier, betekent niet dat er hier sprake zou zijn van een mededeling VAN een particulier. De particulier krijgt evenmin de bevoegdheid om wijzigingen aan het document in kwestie aan te brengen noch enige opportuniteitsmarge om te oordelen of het hele document dan wel bepaalde stukken worden aangeplakt.

De aanvrager/particulier mag dan ook geen selectie maken uit de stukken die de gemeentelijke diensten hem conform de taalwet bestuurszaken in beide talen overhandigen om te voldoen aan de vereisten inzake bekendmaking vervat in artikel 4.7.18 VCRO.

De bekendmaking heeft tot doel iedereen te informeren van het feit dat het gemeentebestuur toestemming heeft verleend voor het uitvoeren van de werken. Op die manier kunnen omwonenden en andere belanghebbenden eventueel bij het gemeentebestuur beroep aantekenen tegen het project als ze dat wensen.

De VCRO bevat geen specifieke richtlijnen over sancties bij niet-naleving van de wettelijk verplichte bekendmaking. Om de rechtszekerheid te waarborgen, wordt er binnen het kader van deze wetgeving gefocust op de naleving van de termijnen, en bij betwistingen wordt er altijd een groot belang gehecht aan de goede zichtbaarheid en leesbaarheid van het bericht. Het bericht moet leesbaar en begrijpelijk zijn voor de meeste mensen. In dat verband en gezien de juridische kwalificatie van het bericht moet er eveneens rekening worden gehouden met de bepalingen van de taalwet bestuurszaken, die van openbare orde is.

De niet-naleving van de (taal)voorschriften kan leiden tot schorsing of vernietiging door de Raad van State wegens procedurefouten, waardoor de aanvrager de werken niet kan starten of moet stilleggen.4 In dit dossier raadde de adjunct van de gouverneur het gemeentebestuur dan ook ten zeerste aan om vzw de Rand te contacteren en te wijzen op het belang van een correcte aanplakking van de vergunning, zodat zij in geval van een geschil zou kunnen aantonen dat het nodige werd gedaan om de wet te doen naleven.

Voetnoot : 

4 Zie arrest RvS nr. 224.226 van 2 juli 2013; 215.707 van 11 december 2011.