Taalgebruik in samenwerkingsverbanden

Activiteitenverslag 2014-2015

Terug naar het overzicht

De gemeentebesturen hebben de laatste decennia het landschap waarin zij actief zijn grondig zien veranderen. Steeds meer taken verschuiven naar het gemeentelijk niveau. De lokale besturen moeten in toenemende mate tussenkomen in complexere beleidsvraagstukken waardoor het bestuurlijk optreden een steeds grotere techniciteit vergt.

Voor de gemeenten wordt het steeds moeilijker om bepaalde taken zelfstandig uit te voeren. De capaciteit van heel wat lokale besturen is immers niet meer aangepast om een efficiënt antwoord te bieden op de uitdagingen die op hen afkomen en zij hebben te weinig draagkracht op personeel en financieel vlak.10 Schaalvergroting wordt meestal naar voren geschoven om de efficiëntie en de effectiviteit van de diensten te verhogen. Hierbij botst men al vlug op de gemeentegrenzen. Bepaalde beleidsmateries die aanvankelijk intragemeentelijk werden verzekerd, worden nu (gemeente)grensoverschrijdend/intergemeentelijk aangepakt: politiezones, centra voor algemeen welzijn (caw), intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in de nutssectoren…11 Die tendens vindt steeds meer ingang.

Voetnoten : 

10 Zie het Groenboek Interne Staatshervorming, raadpleegbaar via www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/groenboek-interne-staatshervorming, juli 2010.

11 Intergemeentelijke samenwerking op het vlak van huisvuilophaling, watervoorziening,…

    De taalwetgeving, meer bepaald de faciliteitenregeling die in de randgemeenten van toepassing is, kan dergelijke samenwerkingsverbanden met zogenoemde taalhomogene gemeenten bemoeilijken. In die samenwerkingsverbanden worden de initiatiefnemers al vlug geconfronteerd met de vraag op welke wijze de dienstverlening aan de Franstalige inwoners van de randgemeenten moet of kan worden georganiseerd. Deze vraagstelling is niet nieuw en de adjunct van de gouverneur werd in het verleden al in dit verband gecontacteerd i.v.m. thuiszorg, kinderopvang of werkwinkels. Actoren uit het veld meldden dat de verplichtingen uit de taalwetgeving om bepaalde dienstverlening in het Frans te organiseren een extra drempel vormen voor samenwerkingsplannen tussen randgemeenten en andere deelnemende gemeenten en deze soms zelfs zouden belemmeren.12

    Voetnoot: 

    12 Zie ook in dit verband: De Randkrant, Politiekorpsen bestuderen fusie, nr. 6, juni 2012, p 4-5, raadpleegbaar via http://www.randkrant.be/files/rand-krant/2012/randkrant-06-2012.pdf
    Korpschef Luc Breydels van de politiezone Rode (Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode) is eveneens voorstander van een fusie met andere politiezones, maar stelt vast dat er bijzonder weinig animo is om met politiekorpsen uit faciliteitengemeenten samen te werken. “Ik heb ooit een voorstel gedaan aan andere politiezones om samen te werken op het niveau van slachtofferbejegening. Als hun agenten hier actief zijn, moeten ze het echter voor 80 procent in het Frans doen en dat is een probleem. Samenwerking met drie Franstalige burgemeesters is evenmin evident. Als faciliteitengemeenten zijn wij derhalve volledig op onszelf aangewezen en moeten wij gelukkig zijn dat de betrokken gemeenten willen blijven investeren zodat wij het hoofd recht kunnen houden’, zegt Breydels.” Het Nieuwsblad, 18/12/2010 – Burgemeester Andries wil Brusselse politie in Wemmel, raadpleegbaar via http://www.nieuwsblad.be/cnt/q333uah8
    “Wemmel zou de andere gemeenten van de zone AMOW een grote dienst bewijzen door voor de politiewerking aan te sluiten bij Brussel. Onze agenten zouden niet langer tweetalig moeten zijn en ook alle kosten voor vertalingen binnen de zone zouden dan wegvallen’, reageert burgemeester Eddie De Block van Merchtem.”

    In 2014 plande een randgemeente toe te treden tot het Bibliotheeknet Vlaams-Brabant, een samenwerkingsverband georganiseerd op provinciaal niveau dat aan de burgers de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van de dienstverlening bij alle aangesloten bibliotheken. De instap van een randgemeente in een netwerk van taalhomogene gemeenten leidde tot een aantal praktische vragen.

    Het bibliotheeknetwerk ontwikkelde immers een model van lidmaatschapskaart waarop staat vermeld ‘Ik bevestig kennisgenomen te hebben van de gebruikersreglementen’. De vraag werd gesteld op welke wijze die ledenkaarten konden worden aangepast om te voldoen aan de voorwaarden die door de taalwet bestuurszaken opgelegd worden aan de randgemeenten. De burgemeester vroeg o.a. of het mogelijk was om eentalig Nederlandse en eentalig Franse ledenkaarten uit te reiken aan de inwoners van zijn gemeente. Hij stelde ook de vraag of op de Nederlandstalige ledenkaarten de vermelding ‘Franstalige versie verkrijgbaar op aanvraag/Ce document est disponible en français sur simple demande’ moest worden toegevoegd. Aangezien niet alleen inwoners van de randgemeente lid kunnen worden van de bibliotheek, werd ook gevraagd of er dan 2 soorten Nederlandse ledenkaarten moesten worden voorzien, nl. een zonder het zogenoemde ‘faciliteitenzinnetje’ voor de inwoners van taalhomogene gemeenten die lid wensen te worden, en een met de vermelding in kwestie voor de inwoners van de randgemeente zelf.

    Het uitreiken van een bibliotheekkaart moet in de systematiek van de taalwet bestuurszaken gekwalificeerd worden als een betrekking met een particulier. Dit brengt met zich mee dat inwoners van de randgemeente in kwestie inderdaad recht hebben op een Franstalige kaart indien zij dit wensen. Concreet betekent dit dat er 2 lidkaartversies moeten worden voorzien. De bibliotheek zal immers moeten beschikken over een volledig Nederlandse ledenkaart analoog aan de kaarten die in de andere deelnemende bibliotheken worden verstrekt. Maar de bibliotheek moet ook aan inwoners die dit vragen een bibliotheekkaart met Franstalige vermeldingen kunnen afgeven.

    Uit contacten met medewerkers van de Cel Streekgericht Bibliotheekbeleid bleek dat deelnemende bibliotheken de voorzijde van de lidmaatschapskaarten die ze uitreiken vrij kunnen invullen. Het is enkel de achterzijde waarop de provinciale huisstijl onverkort van toepassing is. Het is dus mogelijk om op Franse ledenkaarten het zinnetje ‘Ik bevestig kennis te hebben genomen van de gebruikersreglementen’ in het Frans te vermelden.

    Volgens de adjunct van de gouverneur hoeven er echter geen kaarten te worden gemaakt met de vermelding ‘Franstalige versie verkrijgbaar op aanvraag’ omdat een inwoner die zich wenst te beroepen op de faciliteitenregeling, dit in principe zal doen op het ogenblik van zijn inschrijving als lid. Het lijkt de adjunct van de gouverneur wel aangewezen om die inwoner vooraf een informatief, Franstalig document te bezorgen en hem de mogelijkheid te geven om uitdrukkelijk zijn keuze voor het Frans aan te duiden. Verder moet er ook een Franstalige versie van het bibliothecair reglement ter beschikking worden gesteld.

    De achterzijde van alle ledenkaarten blijft hoe dan ook volledig in het Nederlands wegens technische redenen. Om eventuele klachten te vermijden, zou het volgens de adjunct van de gouverneur nuttig zijn om de relevante vermeldingen op de achterzijde eveneens in het informatief Franstalig document op te nemen.

    Volgens de Cel Streekgericht Bibliotheekbeleid kunnen de inwoners die dit wensen de automatische herinneringen in het Frans ontvangen, maar bepaalde termen en linken op de Franstalige interface zullen om technische redenen enkel in het Nederlands beschikbaar zijn. De Cel Streekgericht Bibliotheekbeleid verwacht dat de deelnemende bibliotheek zich engageert om op haar website de Franse vertaling op te nemen van alle provinciale berichten, die ook hier weer om technische redenen enkel in het Nederlands kunnen worden gericht tot alle leden van het bibliotheeknet.

    In het najaar 2014 werd de adjunct van de gouverneur gecontacteerd door een randgemeente met de vraag of er bezwaren bestaan voor de eventuele verspreiding van een viertalige folder die de gemeente in het kader van een project rond integratie wenste te verspreiden in samenwerking met een gemeenschapscentrum. Voor het gemeenschapscentrum in kwestie kwam enkel een eentalige Nederlandse folder ofwel een viertalige folder (Nederlands, Frans, Duits en Engels) in aanmerking conform de richtlijnen vanwege vzw de Rand. De taalwet bestuurszaken legt op strikte wijze het gebruik van een of meerdere talen op. In de randgemeenten worden berichten en mededelingen verspreid in het Nederlands en het Frans, uiteraard met voorrang voor het Nederlands, in taalhomogene gemeenten alleen in het Nederlands. Enkel voor zogenoemde toeristische centra voorziet de taalwet bestuurszaken in een mogelijkheid, mits doorlopen van een welbepaalde procedure, om ten minste drie talen te gebruiken.

    De Vaste Commissie voor Taaltoezicht heeft echter in uiteenlopende gevallen aanvaard dat diensten aanvullende talen mogen gebruiken buiten dit uitzonderingsgeval, o.a. wanneer de berichten en mededelingen bestemd zijn voor een internationaal publiek of voor redenen van volksgezondheid, veiligheid of integratie van allochtone bevolkingsgroepen. De Commissie stelt evenwel steeds als voorwaarde dat de vermelding ‘Vertaling uit het Nederlands’ wordt toegevoegd aan de anderstalige berichten. De Commissie stelt dat dit niet mag leiden tot een structurele anderstaligheid van de publicaties. Zich baserend op dit standpunt, besloot de adjunct van de gouverneur dat de viertalige folders vanuit integratiebevorderend oogpunt verdedigbaar zijn, maar dat dit uiteraard de beoordelingsvrijheid van de toezichthoudende overheid onverlet laat.

    De taalwetgeving vormt zeker geen onoverkomelijke hindernis voor de samenwerking tussen taalhomogene gemeenten en faciliteitengemeenten, ook al lijkt het soms moeilijk om de verschillende taalregelingen te verzoenen tot een werkbaar geheel. De hierboven besproken gevallen tonen aan dat een dergelijke samenwerking zeker en vast niet systematisch een uitbreiding van het faciliteitenstelsel met zich meebrengt en dat er steeds oplossingen kunnen worden gevonden die sporen met de geest van de taalwet bestuurszaken en de rechten van de Franstalige inwoners onverlet laten. Het is een materie die nog voor discussies kan zorgen, aangezien de huidige Vlaamse Regering verder blijft inzetten op vrijwillige fusie van de gemeenten.