Opdracht

Activiteitenverslag 2020-2021

Terug naar het overzicht

Artikel 65bis van het koninklijk besluit van 18 juli 1966,1 dat de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken coördineert, bepaalt de bevoegdheden van de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant. Dit artikel werd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 ingevoegd.

Het bepaalt dat de adjunct van de gouverneur in de randgemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem waakt over de naleving van de taalwetgeving in bestuurszaken en in het onderwijs.

Het takenpakket van de adjunct van de gouverneur bestaat uit enerzijds een controleopdracht, anderzijds een ombudsrol.

Specifiek administratief toezicht

De adjunct van de gouverneur oefent het specifiek administratief toezicht uit ten aanzien van de gemeentelijke overheden in de randgemeenten. Daartoe legt de Taalwet bestuurszaken aan de burgemeesters van die gemeenten op om binnen acht dagen afschriften te sturen van de besluiten van de gemeenteoverheden die rechtstreeks of onrechtstreeks de toepassing van de taalwetgeving betreffen. De adjunct van de gouverneur kan beslissingen die niet in overeenstemming zijn met de Taalwet bestuurszaken schorsen. Daardoor kan de beslissing in kwestie gedurende 40 dagen geen uitvoering krijgen.

Het is wel zo dat de adjunct van de gouverneur de gemeentelijke besluiten in kwestie niet kan vernietigen. Dat komt toe aan de Vlaamse minister van Binnenlands bestuur, die bevoegd is voor het algemeen administratief toezicht.

Onderzoek van klachten

Artikel 65bis van de Taalwet bestuurszaken biedt ook de wettelijke basis voor het tweede luik van de opdracht. De wet belast de adjunct van de gouverneur met het onderzoek van klachten tegen de niet-naleving van de taalwetgeving in bestuurszaken die door een natuurlijke of rechtspersoon worden ingediend, en die lokaliseerbaar zijn in een randgemeente. Men kan niet alleen klacht indienen over het optreden van de gemeentelijke diensten, maar evengoed over dat van andere administratieve diensten. De adjunct van de gouverneur kan evenwel niet dwingend optreden ten aanzien van die overheden. Indien gewenst, kan een bemiddelings­opdracht worden opgestart om de standpunten van klager en betrokken overheid met elkaar te verzoenen. De adjunct van de gouverneur analyseert de visie van beide partijen (klager en betrokken overheidsdienst), en kan voorstellen van oplossingen aanreiken.

Advies verlenen

Het verlenen van advies is niet expliciet opgenomen in de wet, maar is eigenlijk inherent verbonden aan de bemiddelingsopdracht. De dienst van de adjunct van de gouverneur wordt regelmatig gecontacteerd door allerhande instellingen en overheidsdiensten voor advies. Veelal ligt een tweevoudige bekommernis aan de basis van een dergelijke vraag: enerzijds moeten de overheidsdiensten de taalwetgeving, die van openbare orde is, eerbiedigen. Anderzijds trachten zij meer en meer tegemoet te komen aan de verwachtingen van de burgers, zodat een grotere toegankelijkheid (transparantie) en klantvriendelijkheid belangrijke doelstellingen zijn. Deze laatste criteria worden in toenemende mate gehanteerd als maatstaf voor de efficiëntie van de diensten. De overheid evolueert zo naar een open overheid die met de burgers communiceert of hun informatie verstrekt. Daarbij maakt ze uiteraard gebruik van de hedendaagse communicatietechnieken. De praktische toepassing van deze nieuwe technieken kan - geconfronteerd met de voorschriften van de Taalwet bestuurszaken - leiden tot diverse juridische vragen over de toepassing van die wetgeving.

Voetnoot

1  KB van 18 juli 1966 betreffende de coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, BS 2 augustus 1966, hierna Taalwet bestuurszaken of SWT.